Beoordeling: 5,5
Er waren hoge verwachtingen door Insidious 1 die ik heel aardig vond en vooral The Conjuring, die echt goed was. Maar helaas. Geen drie op een rij voor regisseur James Wan.
Insidious Chapter 2 begint waar deel 1 ophoudt en volgt de familie Lambert in hun geplaagde bestaan. Het punt dat in de eerste film leek te zijn gezet blijkt een komma en de beproevingen zijn nog lang niet voorbij. Dit keer staat de zoektocht naar de redenen achter de spookachtige gebeurtenissen uit deel 1 centraal: de doden en de overlevenden werken samen in een soort paranormaal CSI team en komen een macabere (en dode) serial killer op het spoor.
Het eerste probleem is het begin. Zonder al te veel uitleg zit je midden in het verhaal en binnen de kortste keren vliegen de spookverschijningen je om de oren. Logisch misschien, omdat het een vervolg is en het weinig zin heeft alles weer eens netjes te herkauwen. Dan had ik hier geschreven: herhaalt de stappen uit deel 1. Maar het is daardoor wel moeilijk om langzaam meegesleept te worden en dat heeft zo’n film wel nodig. Anders haak je snel af.
Het tweede probleem is dat ergens na het eerste half uur de losse verhaallijnen zich opstapelen en de bijpassende decors wisselen als continenten in een James Bond film. Op die manier verliezen de verschillende vertellingen hun claustrofobische en beklemmende werking: telkens weer kun je even op adem komen en als je later in de film de draad weer oppakt is de spanning aanzienlijk gedaald. Plus natuurlijk: continuiteit: ho maar.
Tenslotte is de geloofwaardigheid dit keer ver te zoeken. Dat begint al vroeg met de introductie van oubollige humor in de vorm van het onderzoeksteam Specs en Tucker (blèh), loopt door in de persoon van het overleden medium uit deel één dat monter en fris aan de speurwerkzaamheden deelneemt en culmineert in de genante scenes achter de rode deur aan het einde. Jammer, want Wan was juist een regisseur die op dit gebied in zijn vorige twee films een volstrekt acceptabele middenweg wist te bewandelen.
Dat zou een 4 hebben opgeleverd als er niet toch ook wat lichtpuntjes waren. De acteurs zijn niet héél slecht (hoewel ook niet zo overtuigend als in deel 1) en de technische aspecten – cameravoering, montage, belichting – doorstaan de toets der kritiek met verve.
Het grootste pluspunt is echter dat de losse scenes op zichzelf vaak erg goed werken. Telkens opnieuw word je voor een korte tijd meegesleept, effectief bang gemaakt en kostelijk uit je stoel geshockt. Daarin is Wan een meester. Zijn opbouw kent geen smetten en hij heeft een gevoel voor timing waar je u tegen zegt.
Boven op de vier komt daardoor nog 1,5 punt extra en ook wel mijn oprechte bewondering. Het lijkt me niet makkelijk om tegenwoordig echt angstaanjagende momenten op het doek te zetten. Wan slaagt daar wél in.
Erg jammer dat de film verder weinig te bieden heeft.